‘Hi, hoe gaat het?’, ‘Ja goed, lekker druk!’ is tegenwoordig de standaard opening van een gesprek. Eentje die we niet
soms of
zo nu en dan voeren, maar letterlijk
iedere dag opnieuw. Toch lijken mensen soms juist te floreren onder die druk. Waar ik mezelf eigenlijk niet als “stressbestendig” beschouw, werk ook ik liever in een rap tempo door om die krappe deadlines te halen dan dat ik stil zit. En hoewel de drukte in ons vak vaak met vlagen komt, lijkt het haast alsof we ons schuldig voelen wanneer het even rustig is. Je zult bij Coopr dan ook altijd horen: ‘ik heb ruimte deze week, wie kan ik helpen?’ We hebben liever teveel dan te weinig te doen, wat past bij ons vak: werken in PR valt namelijk
al jaren onder de noemer ‘stressvol beroep’. Maar, zijn we op deze manier wel echt productief? Waarom kiezen we er liever voor om te rennen wanneer we ook stil kunnen staan? En is dit wel gezond?
Gezonde spanning zorgt voor creativiteit
De meeste mensen vinden hun werk pas leuk en uitdagend als er wat druk bij komt kijken. Volgens neuropsychiater en breinexpert Theo Compernolle, is stress onze vriend én vijand*. Regelmatig stress ervaren die goed te hanteren is en niet te lang duurt – want dat is wel de voorwaarde – houdt ons brein en lichaam juist in topconditie. Deze “gezonde spanning” maakt je brein creatiever en alerter. Weinig druk of uitdaging geeft ons daarentegen een minder prettig gevoel, waardoor we ook weer minder goed presteren. Ook blijkt het zo nu en dan ervaren van stress goed voor op de werkvloer: samen stress hebben, geeft een gevoel van solidariteit. Klinkt eigenlijk dus best gezellig.
Flinke stress blokkeert
Maar, er zit natuurlijk ook een keerzijde aan die druk waar we bekend mee zijn. Want tegenwoordig bevinden mensen zich te vaak in een continue staat van stress. We zijn de hele tijd aan het multitasken maar komen er niet aan toe daadwerkelijk iets af te maken, wat het gevoel opwekt dat we steeds achter de feiten aanlopen. En dat is niet gezond meer. Waar gezonde spanning positieve effecten heeft, blokkeert flinke stress juist vaker dan ons lief is. Continue multitasken leidt dan ook niet tot betere resultaten. Ons denkende brein kan maar één ding tegelijk; non-stop schakelen kost te veel tijd en energie.
Interval-stress: probeer het maar!
Dus, hoe graag we ook altijd aan staan en de druk gebruiken als een soort adrenalinekick, de kans dat het omslaat in iets ongezonds is aanwezig. Compernolle raadt daarom aan om met ‘interval-stress’ te werken: doorgaan tot het een beetje pijn doet, even stoppen en dan rust nemen. Na 90 minuten slaat het brein namelijk automatisch af en ben je niet meer productief. Onderzoek van prestatie-wetenschapper Anders Ericsson toonde niet voor niets aan dat het beste ritme bestaat uit 90 minuten focus, gevolgd door 20 minuten rust**. Een pauze biedt dat welverdiende oplaadmoment en zorgt dat je daarna weer productiever te werk kan gaan. Ga dus vooral wandelen, neem de tijd om te lunchen – en nee, niet achter je bureau -, of doe gewoon even helemaal niets.
Dat magische woord: balans
Kortom: we hebben een bepaalde druk nodig om te presteren. Maar, we moeten zeker niet vergeten om tussendoor op te laden om die productiviteit te behouden. Dat het een niet zonder het ander kan is immers wetenschappelijk bewezen, daar hoeven we ons dus helemaal niet schuldig over te voelen. En natuurlijk vereist het vinden van die balans hierin wat oefening, maar laten we met kleine stapjes beginnen. Maar dan wel weg van je bureau, en het liefst buiten de deur en met een koffie to-go in de hand.
En voor wie nog meer de diepte in wil gaan, collega Monique deelde eerder al
zeven praktische tips die kunnen helpen voorkomen dat je workload een overload wordt.
Bronnen
* ‘Zo haal je meer uit je brein’, door Theo Compernolle.
** ‘The Role of Deliberate Practice in the Acquisition of Expert Performance’, Anders Ericsson.
