PR-Klaagmuur: Femmigje Kautz van Flair
1. Wat betekent Flair en jouw hoofdredacteurschap voor je?
Hoe cliché ook: ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik heb een fantastisch gezin, vrienden, familie, maar ik neem mijn merk mee in alles. Wat ik ook doe, in mijn hoofd vertaal ik het altijd naar mogelijkheden voor FLAIR.
2. Op welk door jou geschreven artikel/interview ben je trots en waarom?
Ik ben trots op hoe FLAIR nu is. Een cross mediaal merk. Met een goedlopend magazine, een site met goede cijfers, vertegenwoordigd op de social kanalen, een event, specials. Het merk bouwen, dat maakt mij trots.
Maar als ik een artikel mag noemen, dan mijn allereerste interview als stagiaire. Drie weken op een redactie en Robbie Williams interviewen. Dat was bizar.
3. Hoe zie jij de ontwikkeling van native advertising binnen de journalistiek?
Als iets positiefs. Wij kunnen een product echt ‘omarmen’ en met prachtige advertorials ondersteunen op een manier zodat de FLAIR vrouw daar meteen feeling mee heeft. Ook coverpassen en een product mee sealen werkt goed. Het product zelf kunnen testen of lezen/zien hoe anderen dat doen.
4. Zijn bloggers een verrijking of verarming van het medialandschap?
Ik zie het als een verrijking. Het zijn vaak heel specifieke blogs. Persoonlijk, niet general interest. Het kan prima allemaal naast elkaar bestaan. We moeten alleen oppassen dat het er niet te veel worden over hetzelfde onderwerp. Wees uniek.
5. Welke (internationale) tijdschriften/kranten zijn een inspiratiebron voor je?
Ik kan blij worden van Nederlandse bladen als Jan, Libelle, Volkskrant Magazine. Mijn online inspiratie haal ik binnen via mijn mobiel. De hele dag check ik al mijn apps op zoek naar nieuwe info. Het is een beetje een verslaving aan het worden.
6. Hoeveel persberichten krijg je per dag, en hoeveel belanden er in de prullenbak?
Ik schat dat ik zo’n 200 persberichten per week ontvang. Zo’n tien pak ik ook daadwerkelijk echt op en ga ik mee aan de slag.
7. Waar moet een persbericht aan voldoen om jou enthousiast te maken?
Als het persoonlijk is. Als je ziet dat ze het met plezier hebben gemaakt. Enthousiaste persberichten, qua stijl, vallen altijd meer op.
Ook altijd fijn als er meteen vanuit het merk wordt gedacht. Dus niet één persbericht voor alle merken die je aanschrijft, maar meteen met ideeën komen wat we met het product in ons specifieke medium kunnen doen.
8. Hoe wordt er op de redactie over PR-bureaus gesproken?
Positief. Wij hebben pr-bureaus nodig. En pr-bureaus ons. Als we dit goed doen, is het een onmisbare samenwerking.
9. Wat lijkt jou leuk aan het werken bij een PR-bureau?
Om te mogen werken met heel veel mooie merken/producten. Het gezicht mogen zijn en zorgen dat dit soort merken onder de aandacht komen.
10. Wat is jouw gouden tip voor PR-adviseurs?
Wees bijzonder. Net als de bladen op dit moment. Wees niet zoals de rest, maar spring eruit.
Ben je het met de volgende stellingen eens of oneens?
1. Een persbericht met een zwakke kop of spelfouten gaat linea recta de prullenbak in
Ik ben echt allergisch voor spelfouten. Ik zal het persbericht nog wel lezen/bekijken, maar neem het een stuk minder serieus.
2. Ik geef eerder gehoor aan persoonlijk gerichte mails dan algemeen uitgestuurde persberichten.
Lastig, tegenwoordig zijn bijna alle persberichten gepersonaliseerd. Ik geef toe dat, als het aan mij persoonlijk verzonden is, ik het eerder bekijk. Maar steeds vaker is dit persoonlijke ook gedigitaliseerd. Een bewust persoonlijk geschreven persbericht kan ik overigens altijd waarderen.
3. Online aanwezigheid van tijdschriften zoals flairathome.nl zorgen ervoor dat de papieren versie van tijdschriften uiteindelijk gaat verdwijnen.
Nee, daar ben ik het totaal niet meer eens. Er zijn nieuwe media bijgekomen, maar oude zullen ook blijven. Niets heeft de rust van een tijdschrift. Maar daarnaast kun je ook veel halen uit de veelheid en actualiteit van online media. Wat je juist moet doen, is van al deze media de sterke kracht vinden en ze daarop sturen.
4. Het nabellen van een persbericht door een PR-bureau heeft geen zin.
Helaas, het is eerder vervelend. Ik krijg zo’n 200 persberichten per week. Daar ga ik heel selectief mee om en stuur ze vaak door naar mijn team. Moet je je voorstellen dat ik 200 telefoontjes krijg. Daar word ik niet vrolijk van.
5. Exclusiviteit heeft geen bestaansrecht meer.
Ik ben van mening dat je exclusief moet zijn binnen je merk. Het moet eigen zijn. Altijd een vertaling naar jouw doelgroep. Herkenbaar. Exclusiviteit qua content is er haast niet meer. Maar kan juist een kracht zijn. Ik kan aan alle info van over de hele wereld komen. Dat hadden we ons vroeger nooit voor mogelijk gehouden.
Wie de antwoorden van Femmigje leest, kan zonder twijfel beamen dat de open positiviteit die Flair uitstraalt, ook in haar PR-Klaagmuur terugkomt. Eerlijk en met een blik vooruit staan haar antwoorden bol van professioneel advies. Het is in deze hoedanigheid dus eigenlijk geen Klaagmuur, maar meer een Adviesmuur geworden 🙂 Mooi te lezen dat ze in de kracht van papier blijft geloven, en ik kan ook niet anders dan het met haar eens zijn over de rust die het lezen van een tijdschrift geeft. Online heeft een artikel toch een vluchtiger en gehaast imago, terwijl een papieren Flair niet alleen de tijd neemt om verhalen te vertellen, maar sowieso ook gewoon prettiger leest. Ze geeft aan dat ze van vele telefoontjes naar aanleiding van de persberichten die ze ontvangt niet blij zou worden, aangezien ze er simpelweg maar met een aantal aan de slag kan gaan, maar waardeert enthousiaste ideeën waarbij specifiek nagedacht is vanuit Flair als merk des te meer. Vanuit persoonlijk perspectief kan ik met veel plezier zeggen dat Femmigje en ik al mooie zaken hebben opgezet, en ik daarom zeker uitkijk naar de volgende samenwerkingen tussen Coopr en Flair!
Volg Flair online via Facebook, Instagram, Twitter, Pinterest en YouTube.
