Get in touch
PR-Klaagmuur: Bernice Breure van Telegraaf image

PR-Klaagmuur: Bernice Breure van Telegraaf

PR Klaagmuur
Iedere week vragen we een journalist, blogger of andere influential om hun mening over PR te geven aan de hand van vijftien vragen en stellingen. Wat is hun belangrijkste nieuwsbron en wat zijn volgens hen de tops en flops van persbenaderingen? Deze week vult , media journaliste bij de Telegraaf, onze PR-Klaagmuur in. Bernice schrijft over uiteenlopende onderwerpen binnen de entertainment/media wereld, en wordt door Coopr regelmatig benaderd voor exclusieve Netflix interviews en setvisits. Zo stond ze vorig jaar nog , bekend van de populaire Netflix Original-serie Orange is the New Black. Zijn er irritante eigenschappen van PR-adviseurs die Bernice wel achter slot en grendel wilt zien? Je leest het in deze editie van de Klaagmuur!

1. Hoeveel persberichten krijg je per dag, en hoeveel belanden er in de prullenbak?Tientallen. Zeker de helft belandt in de prullenbak, ben ik bang, omdat het geen mediaberichten zijn, oud nieuws of op een andere manier oninteressant voor ons.

2. Hoe ziet het ideale persbericht eruit?Dat is persoonlijk, to the point en er blijkt voor beide partijen wat te halen. Dus aan mij of mijn collega’s gericht, duidelijk geschreven door iemand die ook onze specifieke pagina kent en liefst ook de weekeindebijlage waar ik eveneens veel voor schrijf.

3. Wanneer ga jij in op een persuitnodiging?We werken onder een behoorlijke tijdsdruk dus we gaan alleen als het duidelijk meerwaarde heeft om ergens fysiek aanwezig te zijn. Bijvoorbeeld voor de sfeer, als het een reportage kan opleveren. Zoals een setbezoek. Ook prefereer ik een face-to-face interview nog altijd boven een telefonisch gesprek. Zelfs in tien minuten kan dat vaak zoveel meer opleveren. Maar voor een feestelijke presentatie van een boek of ander product hebben we simpelweg geen tijd meer.

4. Wie of wat is jouw belangrijkste nieuwsbron?Tv-makers zelf, de omroepvoorlichters en ook de pr-bureau’s die zij soms inschakelen.

5. Welke (internationale) tijdschriften/kranten zijn een inspiratiebron voor je?Vanity Fair, Empire wat ‘Hollywood’ betreft. Voor ‘Hillywood’ kijk ik naar de leukste gidsen en tijdschriften. En natuurlijk ook met een schuin oog naar wat de andere Nederlandse kranten doen. Altijd interessant om te zien wat zij doen, of het nu geslaagd is in onze ogen en onze stijl of niet.

6. Hoe gaat de ‘traditionele journalistiek’ zich ontwikkelen de komende jaren?Web first is het devies en vervolgens gaan we het dan uitrollen en aankleden naar de krant. Daar lees je het verhaal dat nergens gratis online te verkrijgen is.

7. Hoe wordt er op de redactie over PR-bureaus gesproken?Wisselend, de verschillen tussen de bureaus en onze ervaringen daarmee zijn te uiteenlopend om ze over één kam te scheren.

8. Wat lijkt jou leuk aan het werken bij een PR-bureau?Het lijkt me fantastisch om je hard te maken voor een product waar je echt in gelooft en te zien dat je het op de juiste manier hebt gepromoot. En dat het precies zo wordt opgepikt als je had gehoopt. Andersom lijkt het me heel lastig om je zo in te zetten voor iets waar je als je heel eerlijk bent persoonlijk niet zo heel warm voor loopt, haha. Maar daarom zit ik ook aan de andere kant van de scheidslijn.

9. Wat is jouw grootste irritatie bij PR-bureaus en/of adviseurs?Dat ze je benaderen met een voorstel, bijvoorbeeld een interview met iemand, en dat je daar vervolgens zelf steeds achteraan moet om uiteindelijk te horen dat die persoon helemaal geen interviews doet. Arghhh, afgelopen maand al twee keer meegemaakt. Check eerst of je kunt waarmaken wat je aanbiedt. Ook wisselen de medewerkers van sommige PR-bureaus nogal snel zodat het lastig is een band met iemand op te bouwen.

10. Wat is jouw gouden tip voor de PR-adviseur?Kom met iets dat precies past in de doelgroep van de persoon die je benadert, neem je verlies als er niet wordt toegehapt en probeer het een volgende keer gewoon weer. Bel op een relatief rustig moment, bijvoorbeeld einde ochtend. Oh, en ook belangrijk: probeer bij een nee het niet vervolgens nog bij een directe collega te slijten. Via de achterdeur wekt ergernis!

Ben je het met de volgende stellingen eens of oneens?

11. Exclusiviteit heeft geen bestaansrecht meer.We vinden dat nog steeds heel belangrijk, hoor. Altijd leuk als wordt verwezen naar jouw krant als bron voor een nieuwtje. Fijn als er wat tijd tussen het verschijnen van de krant en het versturen van het bevestigende persbericht zit.

12. Het nabellen van een persbericht door een PR-bureau heeft geen zin.Oei, bijna nooit zou ik zeggen. Soms wekt het alleen irritatie op. Zo’n vraag of het persbericht wel is aangekomen. ‘Anders had je wel een foutmelding gehad’, verzuchten we weleens.

13. PR-bureaus verpesten de journalistiek.Nee hoor. We kunnen elkaar helpen. Mits intenties en afspraken helder zijn.

14. Een persbericht met een zwakke kop of taalfouten gaat linea recta de prullenbak in.Klopt, tenzij het een megascoop bevat.

15. Native advertising is slecht voor de ‘traditionele journalistiek’.De Telegraaf werkt met wel mediapartners, maar native advertising doen wij op deze redactie in elk geval niet.

Bernice wordt dus het liefst één op één benaderd met leuke, exclusieve content waar beide partijen blij van worden en waar afspraken duidelijk zijn. Haar no-nonsense advies is om niet constant aan de telefoon te hangen of een bericht ‘wel is aangekomen’, en ook niets aan te bieden wat je vervolgens niet waar kunt maken. Eerlijkheid lijkt dan toch het devies bij Bernice: ze geeft namelijk toe dat ze zelf niet makkelijk als PR-adviseur zou kunnen werken omdat ze haar onafhankelijkheid hoog in het vaandel heeft staan, en tevens best wel eens bij de concurrentie spiekt om te zien wat zij doen. En dat is tegelijkertijd ook goed advies: laat je inspireren door mooie initiatieven van anderen, concurrent of niet!  

Heb jij ook een mening over public relations die je niet onder stoelen of banken steekt? En wil je die met ons delen op de PR-Klaagmuur? Neem dan contact op via marcel@coopr.nl.

Monique van den Berg 13 januari 2016

More articles like this

Hoe merken op kleine schaal de grootste fans kunnen bouwen image

Hoe merken op kleine schaal de grootste fans kunnen bouwen

De band die voetbalclubs en hun supporters onderling hebben en onderhouden, is iets waar menig merk jaloers op zal zijn. Zij kunnen alleen maar dromen van fans zoals voetbalclubs die hebben. Maar waar grote, mondiale merken vaak denken dat ze daarvoor een miljoenenbudget nodig hebben, geloof ik dat je ook een voorsprong kunt creëren door op kleinere schaal aanwezig te zijn. Mits je als merk durft te kiezen.

‘Je bouwt geen community om het merk, maar om wat mensen met elkaar willen beleven’ image

‘Je bouwt geen community om het merk, maar om wat mensen met elkaar willen beleven’

Steeds meer merken dromen ervan: een trouwe community van fans die elkaar opzoeken, samen dingen doen en zich verbonden voelen met het merk. Maar werkt dat eigenlijk wel? En zo ja, voor wie dan? Jos kijkt er met een nuchtere maar scherpe blik naar. ‘Niet elk merk hoeft dit te doen. Maar als je het doet, moet je het goed doen.’

‘Waarom marketing (ook) mensenwerk blijft’ image

‘Waarom marketing (ook) mensenwerk blijft’

Afgelopen week sprak ik Wing Cheung. Die naam zegt je misschien niets, maar hij schreef een boek dat je als business-to-business marketeer even moet checken: Word B2B meesterverleider. Niet omdat hij nou de hele marketingwereld omverblaast met nieuwe theorieën, maar omdat hij iets doet wat we in deze AI-gekte bijna vergeten: hij gelooft in mensen.

See all articles

Where next for your brand?

Get in touch