Een van de meest gestelde vragen aan ons als bureau is: “Wat is jullie uurtarief?”. Als ik die vraag hoor dan moet ik lachen en zuchten tegelijkertijd. Ik begrijp dat klanten het willen weten. Een uurtarief is immers iets waar je op kunt vergelijken. Het is in mijn ogen ook één van de redenen waarom veel bureaus in de problemen komen. Het uurtje-factuurtje model is wat mij betreft onhoudbaar, zeker in deze tijd. Het zegt helemaal niets over de waarde die je levert.
Een van de klachten die ik vanaf klantzijde vaak hoor: “Voor elk wissewasje krijg ik een extra factuur van dat bureau”. Bij Coopr werken we zo niet en ik heb het idee dat klanten dat prettig vinden. Vragen wij nooit om extra geld voor bepaalde zaken? Natuurlijk wel. Werk dat je levert moet betaald worden, we leven niet in een gratis economie. Maar een klant mag nooit het slachtoffer zijn als ik een dag niet in vorm ben. En wij mogen onze kennis nooit te goedkoop verkopen wanneer we in 5 minuten tijd iets briljants verdienen.
Verkeerd managementinstrument
Bij veel bureaus is er een declarabiliteitsnorm die gehaald moet worden. Grofweg moet je dan minimaal 6 van de 8 uur kunnen “schrijven” op een klant. Op basis van eigen ervaring heb ik gezien dat die benadering tot 2 fouten leidt. De eerste fout is dat klanten op papier overservicet kunnen worden, maar daar in de praktijk niets van merken. Ook wordt de marge die op een project gedraaid wordt, vaak verkeerd berekend. Op basis van de uurtarieven wordt er een retainerfee samengesteld die goed is voor een aantal uren op verschillende functieniveaus. Op het moment waarop die uren overschreden worden, draai je een negatieve marge op het project. Bedrijfseconomisch hoeft dat helemaal niet persé zo te zijn. Het is alleen wel de waarheid waarmee veel accountmanagers onderhandelingen in gaan. Het andere probleem is dat medewerkers lang niet altijd eerlijk hun uren zullen invullen. Sommige accountmanagers vinden het spannend om gesprekken over geld aan te gaan en zullen sommige zaken wellicht níet opschrijven. Medewerkers die de druk voelen van 67% declarabel zijn, zullen al hun creativiteit gebruiken om aan het aantal uren te komen wat ze nodig hebben om een positieve beoordeling te krijgen. Wat vooral ontbreekt in dit hele verhaal is de waarde voor de klant. Daar wordt in dit model totaal niet over gesproken.
Voorspelbaarheid in tarieven
Het grote probleem in de pr-industrie is dat we resultaten relatief slecht kunnen voorspellen. In advertentie-en pr-waarden geloven steeds minder opdrachtgevers en het alternatief blijkt vooralsnog erg ingewikkeld en kostbaar om te implementeren. Als je daar nog het uurtje-factuurtje model aan toevoegt lijkt het een open deur om te zeggen dat PR-bureaus voor een opdrachtgever veel te onvoorspelbaar zijn. Momenteel ben ik het boek “The Marketing Agency blueprint” aan het lezen. Wat mij betreft een must-read voor elke bureaudirecteur. Ik heb het boek gekocht omdat het volledig aansloot bij mijn gedachte rondom de onzin van het uurtje-factuurtje-model.
Een simpel verkeerd voorbeeld
Mijn argument waarom uurtje-factuurtje onzin is vertaal ik meestal met: “Ik kan 8 uur lopen kutten over iets wat totaal geen resultaat heeft” óf ik kan met een slim haakje en een telefoontje in 10 minuten het NOS-journaal halen wat een klant direct omzet oplevert. Iedereen die in de PR werkt, weet dat beide varianten kunnen voorkomen. In het uurtje-factuurtje model zou dat 8 uur gekut meer geld opleveren dan die slimme ingeving van 10 minuten. Ridicuul natuurlijk. De auteur Paul Roetzer geeft in zijn boek het volgende voorbeeld.
Scenario 1
Professional A is een assistent account executive en iemand die vreselijk goed kan schrijven. Haar taak is om een persbericht te schrijven die over een newswire verstuurd wordt. Ze schrijft een zeer sterk eerste concept dat alle internationale geledingen op de applausmachine kan rekenen. Dezelfde dag wordt het bericht goedgekeurd en kan het verzonden worden. Het sommetje is hier als volgt:
Uurtarief: $ 150
Aantal uren werk: 3
Totale kosten: $ 450
Scenario 2
Professional B is net nieuw binnen het bureau. Hij is helaas gezegend met wat minder natuurlijk schrijftalent en kent de klant minder goed dan professional A. Maar ook hij moet het vak leren. Een aantal persberichten die hij tijdens zijn opleiding heeft geschreven zijn toch wat anders dan de echte wereld. Daarnaast heeft professional B een concentratieprobleem. Twitter leidt nogal vaak af waardoor het ook 5 uur duurt voordat de eerste draft klaar is. De eerste draft wordt voorgelegd aan een senior adviseur binnen het team, die natuurlijk een hoger uurtarief heeft. Ook heeft de klant nog op en aanmerkingen op de eerste versie die zij te zien krijgen. Het rekensommetje zou derhalve iets kunnen zijn als dit:
Eerste opzet van professional B ( 5 uur a $ 150 per uur)$ 750,-Senior kijkt er naar (1,25 uur a $ 250 per uur)$ 312,50Professional B past aan (1 uur a $ 150 per uur)$ 150Senior doet nog een finale slag (0,5 uur a $ 250 per uur)$ 125
Totale kosten:
$ 1337,50
Ik weet wel welk scenario voor de klant de meeste waarde heeft. Scenario 1 wordt op deze manier natuurlijk veel te goedkoop verkocht. In scenario 2 betaalt de klant mee aan de opleiding van professional B.
7 stappen naar een alternatief systeem
Hoe moet je dan wel tot zinvolle tarieven komen? De auteur Paul Roetzer hanteert er 7 variabelen voor waar je naar kunt kijken. Hij gaat er overigens wel vanuit dat je uren moet schrijven. Zonder data kun je niks zinnigs doet. Schrijven staat alleen niet gelijk aan factureren:
Moraal van het verhaal: De bureauwereld kijkt te veel naar binnen bij het bepalen van prijzen. Het is goed om veel voorkomende taken qua tarief te standaardiseren zodat klanten zo min mogelijk voor verrassingen komen te staan.